Nutriënten zijn van waarde als ze zich op de juiste plek bevinden. Zijn er teveel nutriënten op een bepaalde plek – de bodem, het oppervlaktewater -, dan zorgt dit voor milieuproblemen.
In Nederland is er sprake van een overschot aan nutriënten in het oppervlaktewater. Deze nutriënten komen voor een belangrijk deel uit de landbouwsector. Hoe kan het overschot aan nutriënten in het oppervlaktewater worden teruggedrongen? Deels is dit een technisch vraagstuk, wat moet er worden gedaan? Deels is het ook een bestuurlijk vraagstuk: wie moeten er iets doen? Omdat een belangrijk deel van de nutriënten uit de landbouw komt, ligt het voor de hand om met name naar deze sector te kijken. Tegelijkertijd hebben boeren meer uitdagingen dan alleen waterkwaliteit op hun bord.
Onder welke voorwaarden zijn boeren bereid maatregelen voor waterkwaliteit te nemen? Met welke partijen kunnen zij het beste samenwerken? Welke regelingen helpen daarbij of juist niet? Kortom, met welke institutionele randvoorwaarden moet je rekening houden bij het stimuleren van maatregelen voor waterkwaliteit?
Met deze opdracht gingen ORG-ID en het Athena Instituut van de Vrije Universiteit aan de slag.