17-05-2023

Evaluatie Nationale Klimaatadaptatie-strategie

Hoe staat het met de klimaatbestendigheid van Nederland? Hebben we sinds 2016 genoeg gedaan om als Nederland tijdig bestand te zijn tegen effecten van klimaatverandering, zoals zeespiegelstijging, toenemende hitte, langere perioden van droogte en extreme buien? Wat hebben overheden en samenleving samen gedaan sinds de verschijning van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS) in 2016? Hoe is de urgentie sinds 2016 veranderd? Zijn we nog steeds op koers?

Opdracht
Met deze vragen zijn ORG-ID en het Athena Instituut door IenW in 2021 op pad gestuurd. In mei 2022 hebben we de vraag beantwoord. Ons antwoord is op 16 december, voorzien van een reactie van Minister Harbers naar de Tweede Kamer gegaan (zie: Kamerbrief over evaluatie en vervolg Nationale klimaatadaptatiestrategie).

Het Ministerie van IenW heeft ORG-ID gevraagd, omdat ORG-ID vanaf 2010 bij het Deltaprogramma en 2016 bij de NAS en het Uitvoeringsprogramma 2018-2019 van de NAS (UPNAS) betrokken is geweest. Om te voorkomen dat het beeld kon ontstaan dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’, heeft het Athena Instituut van de VUA toegezien op zowel de objectiviteit van de onderzoeksopzet als de verwerking van verkregen informatie. Het Athena Instituut heeft tevens bestuurlijke expertise ingezet bij het formuleren van de adviezen over het vervolg.

Aanpak
Robert de Graaff en Martine Leewis (beiden ORG-ID) hebben allereerst in 2021 de stand van zaken van de uitvoering van de NAS in kaart gebracht (zie: nulmeting NAS). Vervolgens heeft adviesbureau NLMTD interviews gehouden met het werkveld. Als derde stap hebben Robert en Martine met Anne Loeber (Athema Instituut) teruggeblikt op de realisatie van de NAS (zie: Blik terug: realisatie doelen NAS)  en vooruit gekeken naar de opgaven voor het vervolg van de NAS (zie: Blik vooruit: Opgaven voor het vervolg). De resultaten van deze onderzoeken zijn samengebracht in de eindrapportage (zie: Evaluatie NAS Hoofdrapport), die met de kamerbrief is meegestuurd naar de Tweede Kamer.

Bij de evaluatie hebben we de ministeries van IenW, BZK, LNV, VWS, OCW, IPO, VNG, UvW en diverse kennisinstellingen en adviesbureaus betrokken.

Resultaat
Het goede nieuws is dat het gevoel van urgentie sinds 2016 sterk is toegenomen. De speerpunten van de NAS zijn vrijwel allemaal vertaald in actieprogramma’s.

Het slechte nieuws is dat het beleid moet worden geïntensiveerd om het ‘adaptatiegat’ tussen geplande en benodigde acties te verkleinen. De grens van 1,5 graad opwarming wordt sneller bereikt dan in 2016 werd verwacht. Ook niet-klimatologische factoren als bevolkingsgroei, vergrijzing, stedelijke verdichting en uitbreiding doen de risico’s van klimaatverandering toenemen. Ook de implementatietijd neemt snel af. Dat is zorgelijk, omdat de decentrale overheden onvoldoende uitvoeringskracht hebben.

We hebben diverse concrete aanbevelingen gedaan. De belangrijkste daarvan waren:

  1. Stel concrete doelen, zodat er meer zicht op voortgang en effectiviteit kan ontstaan
  2. Vergroot de bestuurlijke verankering van de NAS, geef meer sturing en coördinatie en vergroot de uitvoeringskracht
  3. Besteed meer aandacht aan de gevolgen van klimaatverandering voor mens, cultuur en natuur.
  4. Maak klimaatadaptatie meer onderdeel van krachtige beleidssporen als de rijksbrede veiligheidsstrategie, de woningbouwopgave, de energietransitie en de opgave voor de landbouw.

Minister Harbers heeft de aanbevelingen overgenomen en stelt daarom een Nationaal Uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie (NUP KA) op voor de periode 2023-2030 ter verbetering van de coördinatie en het verhelderen van verantwoordelijkheden. In 2025-2026 wordt de NAS geheel herzien. Daarbij worden de nieuwste klimaatrisicoanalyses (verwacht in 2025) gebruikt. Deze aangepaste NAS bevat een langetermijnvisie en bijpassende concrete doelen, verantwoordelijkheden en instrumenten. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de gevolgen van klimaatverandering voor mens, cultuur en natuur. De kamerbrief geeft aan dat bezien wordt hoe de sturing op de realisatie van de doelen versterkt kan worden. Verder is de inzet van het kabinet om klimaatadaptatie zoveel mogelijk te borgen in de rijksbrede Veiligheidsstrategie, de nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving en het Nationaal Programma Landelijk gebied.

Voor de publieksversie van onze evaluatie verwijzen wij naar: Evaluatie NAS Publieksversie.

Klimaatadaptatie

Hoe staat het met de klimaatbestendigheid van Nederland? Hebben we sinds 2016 genoeg gedaan om als Nederland tijdig bestand te zijn tegen effecten van klimaatverandering, zoals zeespiegelstijging, toenemende hitte, langere perioden van droogte en extreme buien? Wat hebben overheden en samenleving samen gedaan sinds de verschijning van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS) in 2016? Hoe is de urgentie sinds 2016 veranderd? Zijn we nog steeds op koers?

Opdracht
Met deze vragen zijn ORG-ID en het Athena Instituut door IenW in 2021 op pad gestuurd. In mei 2022 hebben we de vraag beantwoord. Ons antwoord is op 16 december, voorzien van een reactie van Minister Harbers naar de Tweede Kamer gegaan (zie: Kamerbrief over evaluatie en vervolg Nationale klimaatadaptatiestrategie).

Het Ministerie van IenW heeft ORG-ID gevraagd, omdat ORG-ID vanaf 2010 bij het Deltaprogramma en 2016 bij de NAS en het Uitvoeringsprogramma 2018-2019 van de NAS (UPNAS) betrokken is geweest. Om te voorkomen dat het beeld kon ontstaan dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’, heeft het Athena Instituut van de VUA toegezien op zowel de objectiviteit van de onderzoeksopzet als de verwerking van verkregen informatie. Het Athena Instituut heeft tevens bestuurlijke expertise ingezet bij het formuleren van de adviezen over het vervolg.

Aanpak
Robert de Graaff en Martine Leewis (beiden ORG-ID) hebben allereerst in 2021 de stand van zaken van de uitvoering van de NAS in kaart gebracht (zie: nulmeting NAS). Vervolgens heeft adviesbureau NLMTD interviews gehouden met het werkveld. Als derde stap hebben Robert en Martine met Anne Loeber (Athema Instituut) teruggeblikt op de realisatie van de NAS (zie: Blik terug: realisatie doelen NAS)  en vooruit gekeken naar de opgaven voor het vervolg van de NAS (zie: Blik vooruit: Opgaven voor het vervolg). De resultaten van deze onderzoeken zijn samengebracht in de eindrapportage (zie: Evaluatie NAS Hoofdrapport), die met de kamerbrief is meegestuurd naar de Tweede Kamer.

Bij de evaluatie hebben we de ministeries van IenW, BZK, LNV, VWS, OCW, IPO, VNG, UvW en diverse kennisinstellingen en adviesbureaus betrokken.

Resultaat
Het goede nieuws is dat het gevoel van urgentie sinds 2016 sterk is toegenomen. De speerpunten van de NAS zijn vrijwel allemaal vertaald in actieprogramma’s.

Het slechte nieuws is dat het beleid moet worden geïntensiveerd om het ‘adaptatiegat’ tussen geplande en benodigde acties te verkleinen. De grens van 1,5 graad opwarming wordt sneller bereikt dan in 2016 werd verwacht. Ook niet-klimatologische factoren als bevolkingsgroei, vergrijzing, stedelijke verdichting en uitbreiding doen de risico’s van klimaatverandering toenemen. Ook de implementatietijd neemt snel af. Dat is zorgelijk, omdat de decentrale overheden onvoldoende uitvoeringskracht hebben.

We hebben diverse concrete aanbevelingen gedaan. De belangrijkste daarvan waren:

  1. Stel concrete doelen, zodat er meer zicht op voortgang en effectiviteit kan ontstaan
  2. Vergroot de bestuurlijke verankering van de NAS, geef meer sturing en coördinatie en vergroot de uitvoeringskracht
  3. Besteed meer aandacht aan de gevolgen van klimaatverandering voor mens, cultuur en natuur.
  4. Maak klimaatadaptatie meer onderdeel van krachtige beleidssporen als de rijksbrede veiligheidsstrategie, de woningbouwopgave, de energietransitie en de opgave voor de landbouw.

Minister Harbers heeft de aanbevelingen overgenomen en stelt daarom een Nationaal Uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie (NUP KA) op voor de periode 2023-2030 ter verbetering van de coördinatie en het verhelderen van verantwoordelijkheden. In 2025-2026 wordt de NAS geheel herzien. Daarbij worden de nieuwste klimaatrisicoanalyses (verwacht in 2025) gebruikt. Deze aangepaste NAS bevat een langetermijnvisie en bijpassende concrete doelen, verantwoordelijkheden en instrumenten. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de gevolgen van klimaatverandering voor mens, cultuur en natuur. De kamerbrief geeft aan dat bezien wordt hoe de sturing op de realisatie van de doelen versterkt kan worden. Verder is de inzet van het kabinet om klimaatadaptatie zoveel mogelijk te borgen in de rijksbrede Veiligheidsstrategie, de nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving en het Nationaal Programma Landelijk gebied.

Voor de publieksversie van onze evaluatie verwijzen wij naar: Evaluatie NAS Publieksversie.

Klimaatadaptatie