Klimaatverandering raakt boeren. Hittegolven, droogte en zware buien verminderen gewasopbrengsten. Hagel, storm en blikseminslag beschadigen productiemiddelen zoals kassen en stallen. Nu zijn boeren sinds mensenheugenis als geen ander zich bewust van weer en klimaat en hebben zij de ervaring om te anticiperen op klimaatverandering. Maar klimaatverandering gaat sneller dan verwacht. Extremen volgen elkaar sneller op. Risico’s nemen toe. Het vraagstuk ontstijgt het boerenerf. Vanuit de Nationale Klimaatadaptatiestrategie is daarom klimaatadaptatie van de landbouw als nationaal speerpunt benoemd. In dit kader heeft LNV besloten om een Actieprogramma Klimaatadaptatie Landbouw op te stellen. LNV heeft Robert de Graaff gevraagd om het proces om tot dit actieplan te komen te begeleiden en de rol van penvoerder te vervullen.
Aanpak
In het najaar van 2017 hebben we de eerste nationale adaptatiedialoog landbouw met stakeholders, waaronder boeren, verzekeraars en waterschappen over wateroverlast georganiseerd. Begin 2019 hebben we een tweede dialoog (werkconferentie) met deze partijen gehouden. De centrale thema’s waren waterbeschikbaarheid, verzilting, zuinig watergebruik, water vasthouden en afvoeren en klimaatrobuuste gewassen en teeltsystemen. Bodembeheer werd als cruciaal punt genoemd, evenals de boer centraal stellen, het betrekken van ketenpartners (bij bodem, gewasbescherming en veehouderij), regionale aanpak, samenwerking, kennis en innovatie (nieuwe technieken) en het georganiseerd leren van elkaar. De bijeenkomst heeft geleid tot een groot aantal suggesties voor acties. De Projectgroep klimaatadaptatie landbouw, begeleid door ORG-ID, heeft vervolgens het actieprogramma landbouw ontwikkeld. In de projectgroep waren vertegenwoordigd LTO, UvW, IPO, LNV, Verbond van Verzekeraars en de nationale programma’s DPRA, DPZW en NAS.
Uitkomst
Het actieprogramma richt zich op vijf onderwerpen: het watersysteem, het bodemsysteem, gewassen & teeltsystemen, veehouderij en extra ondersteuning.
Watersysteem: Een goed watersysteem helpt boeren bij droogte of wateroverlast. Waterschappen, natuurbeheerders en boeren kunnen samen regelen hoe het water beter vastgehouden kan worden in de natuur en op het boerenland. Hierdoor hebben de gewassen minder snel last van droogte, wanneer het een lange tijd niet regent.
Bodemsysteem: Juist wanneer het klimaat verandert, moet de bodem water en voedingsstoffen goed op kunnen nemen en vasthouden. Voor boeren is dat belangrijk, want een goede bodem zorgt ervoor dat gewassen goed kunnen blijven groeien. Het helpt bijvoorbeeld als een boer minder ploegt, hij lichtere machines gebruikt en gewassen zaait die dieper wortelen.
Gewassen & teeltsystemen: Extreem of warm en vochtig weer kan de gewassen van boeren en tuinders beschadigen. Bijvoorbeeld door hagel, vorst of nieuwe ziekten die hierdoor ontstaan. Met de juiste maatregelen kan de teler zijn oogst hiertegen beschermen. Bijvoorbeeld met teeltkappen boven fruit en door gewassen te kiezen die beter bestand zijn tegen extreem weer.
Veehouderij: Landbouwdieren zoals koeien, varkens en kippen kunnen veel last hebben van warmte en droogte. Ook kunnen zij te maken krijgen met nieuwe dierziekten. Dieren kunnen beter beschermd worden door bijvoorbeeld verkoelende systemen in stallen te plaatsen. En door dieren schaduw te bieden in de wei. Afspraken over hoe dieren vervoerd worden bij extreem warm weer, zorgt ervoor dat het dierenwelzijn in orde blijft.
Ondersteuning: Nederland heeft verschillende soorten landschappen, die door klimaatverandering ieder hun eigen problemen hebben. Denk aan zandgronden, kustgebieden, riviergebieden en veenweiden. Om de lokale problemen aan te pakken, moeten waterschappen, gemeenten, provincies en boeren goed samenwerken. Daarnaast laat extra onderzoek zien hoe de landbouwsector zich nog meer kan aanpassen aan veranderingen in het klimaat.