20-09-2016

Investeren in stabiele oevers: een alternatief voor baggeren?

Besparing op kosten van baggeren en landverlies en winst voor waterkwaliteit, klimaat, bio-diversiteit en beleving van het landschap. Dat zijn de winstpunten van een integrale benadering van baggeren, oeverafkalving en aanleg van stabiele oevers in het veenweidegebied van Laag-Holland. Zo’n integrale benadering levert ook een bijdrage aan beleidsopgaven als de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, het Actieprogramma Klimaat, de Agenda Groen, de Verklaring Groen Kapitaal Noord-Holland 2015 en het Provinciaal Meerjarenprogramma Groen 2016-2020.

Dat zijn de belangrijkste conclusies van de studie “Investeren in stabiele oevers: alternatief voor baggeren?” die Leo Joosten en Roelof Westerhof van ORG-ID samen met Paul Terwan Onderzoek en Advies uitvoerden voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 

Doorbreken van een vicieuze cirkel
Op veel plaatsen in het veenweidegebied in Laag-Holland kalven oevers af, wat leidt tot landverlies en aanwas van bagger. Omgekeerd draagt baggeren bij aan ondermijning van oevers, wat weer leidt tot afkalven: een vicieuze cirkel. Tegelijkertijd werken de gezamenlijke KRW-partijen in Noord-Holland aan een verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, onder meer door aanleg van natuurvriendelijke oevers (NVO’s). De vraag was dan ook of de aanleg van NVO’s of andere vormen van stabiele oevers de vicieuze cirkel van baggeren, afkalven en baggeraanwas kan doorbreken.

Investeren in stabiele oevers is kosteneffectief
Uit het onderzoek bleek dat de baten van stabiele oevers (in termen van vermeden kosten voor baggeren en verlies van landbouwgrond) de kosten voor aanleg en beheer in belangrijke mate compenseren en soms zelfs overtreffen. Daarnaast leveren stabiele oevers ook nog andere baten op, zoals:

  • Een betere waterkwaliteit door het voorkomen van nutriëntenemissies uit afgekalfd veen én door vastlegging in biomassa van nutriëntenemissies vanaf het perceel;
  • een hogere biodiversiteit door toename van de oppervlakte natuur;
  • een hogere belevingswaarde van oevers voor recreatie;
  • klimaatverbetering, door een reductie van de uitstoot van broeikasgassen uit afgekalfd veen.

Vooral in situaties met bovengemiddelde oeverafkalving is investeren in stabiele oevers al snel kosteneffectief. Maar ook in situaties met een gemiddelde afkalving is dat het geval, tenminste in een integrale benadering van financiële én maatschappelijke baten.

Maar dat gaat niet vanzelf
Daarmee liggen er kansen voor een integrale aanpak waarbij alle partijen winnen (“mutual gains”). Maar dat gaat niet vanzelf. De verantwoordelijkheden voor oeverafkalving, baggeren en NVO’s zijn momenteel gescheiden, evenals de werkprogramma’s, uitvoeringskaders en bijbehorende budgetten. Om die “schotjes” (ook tussen afdelingen binnen dezelfde organisatie) te doorbreken is een dialoog nodig tussen de verschillende partijen en belanghebbenden en moeten afspraken worden gemaakt over financiering, ontwerp, inrichting en beheer van NVO’s.

What’s next?
Bij het Hoogheemraadschap heeft het rapport al geleid tot een verandering in denken over oevers / baggeren in veenweidegebied in diverse (samenwerking/ beleid / subsidie)trajecten. HHNK heeft het voornemen om de aanleg van natuurvriendelijke oevers verder stimuleren via groen-blauwe diensten en inzet van POP-3 middelen.

Het rapport kunt u hier downloaden: Investeren in stabiele oevers – alternatief voor baggeren

Algemeen

Besparing op kosten van baggeren en landverlies en winst voor waterkwaliteit, klimaat, bio-diversiteit en beleving van het landschap. Dat zijn de winstpunten van een integrale benadering van baggeren, oeverafkalving en aanleg van stabiele oevers in het veenweidegebied van Laag-Holland. Zo’n integrale benadering levert ook een bijdrage aan beleidsopgaven als de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, het Actieprogramma Klimaat, de Agenda Groen, de Verklaring Groen Kapitaal Noord-Holland 2015 en het Provinciaal Meerjarenprogramma Groen 2016-2020.

Dat zijn de belangrijkste conclusies van de studie “Investeren in stabiele oevers: alternatief voor baggeren?” die Leo Joosten en Roelof Westerhof van ORG-ID samen met Paul Terwan Onderzoek en Advies uitvoerden voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 

Doorbreken van een vicieuze cirkel
Op veel plaatsen in het veenweidegebied in Laag-Holland kalven oevers af, wat leidt tot landverlies en aanwas van bagger. Omgekeerd draagt baggeren bij aan ondermijning van oevers, wat weer leidt tot afkalven: een vicieuze cirkel. Tegelijkertijd werken de gezamenlijke KRW-partijen in Noord-Holland aan een verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, onder meer door aanleg van natuurvriendelijke oevers (NVO’s). De vraag was dan ook of de aanleg van NVO’s of andere vormen van stabiele oevers de vicieuze cirkel van baggeren, afkalven en baggeraanwas kan doorbreken.

Investeren in stabiele oevers is kosteneffectief
Uit het onderzoek bleek dat de baten van stabiele oevers (in termen van vermeden kosten voor baggeren en verlies van landbouwgrond) de kosten voor aanleg en beheer in belangrijke mate compenseren en soms zelfs overtreffen. Daarnaast leveren stabiele oevers ook nog andere baten op, zoals:

  • Een betere waterkwaliteit door het voorkomen van nutriëntenemissies uit afgekalfd veen én door vastlegging in biomassa van nutriëntenemissies vanaf het perceel;
  • een hogere biodiversiteit door toename van de oppervlakte natuur;
  • een hogere belevingswaarde van oevers voor recreatie;
  • klimaatverbetering, door een reductie van de uitstoot van broeikasgassen uit afgekalfd veen.

Vooral in situaties met bovengemiddelde oeverafkalving is investeren in stabiele oevers al snel kosteneffectief. Maar ook in situaties met een gemiddelde afkalving is dat het geval, tenminste in een integrale benadering van financiële én maatschappelijke baten.

Maar dat gaat niet vanzelf
Daarmee liggen er kansen voor een integrale aanpak waarbij alle partijen winnen (“mutual gains”). Maar dat gaat niet vanzelf. De verantwoordelijkheden voor oeverafkalving, baggeren en NVO’s zijn momenteel gescheiden, evenals de werkprogramma’s, uitvoeringskaders en bijbehorende budgetten. Om die “schotjes” (ook tussen afdelingen binnen dezelfde organisatie) te doorbreken is een dialoog nodig tussen de verschillende partijen en belanghebbenden en moeten afspraken worden gemaakt over financiering, ontwerp, inrichting en beheer van NVO’s.

What’s next?
Bij het Hoogheemraadschap heeft het rapport al geleid tot een verandering in denken over oevers / baggeren in veenweidegebied in diverse (samenwerking/ beleid / subsidie)trajecten. HHNK heeft het voornemen om de aanleg van natuurvriendelijke oevers verder stimuleren via groen-blauwe diensten en inzet van POP-3 middelen.

Het rapport kunt u hier downloaden: Investeren in stabiele oevers – alternatief voor baggeren

Algemeen